Nederlandse ziekenhuizen stoppen met het voorschrijven van weeënremmers aan vrouwen die 30 weken zwanger zijn en bij wie vroeggeboorte van hun kind dreigt. Weeënremmers verbeteren de gezondheid van het ongeboren kind niet.
Dat blijkt uit internationaal onderzoek onder leiding van het academische ziekenhuis Amsterdam UMC. In totaal deden 24 Nederlandse ziekenhuizen en twee ziekenhuizen in Engeland en Ierland mee aan het onderzoek waarin 755 zwangere vrouwen werden gevolgd over een periode van zeven jaar. De resultaten daarvan verschenen vandaag in het medisch vakblad The Lancet.
Tussen 2017 en 2023 deden de medici onderzoek bij vrouwen die tussen de 30 en 34 weken zwanger waren en bij wie het kind te vroeg geboren dreigde te worden. Ongeveer de helft van de vrouwen kreeg weeënremmers via een infuus om de bevalling uit te stellen, de rest kreeg een placebo, een middel zonder werking, om de uitkomsten te controleren. Een normale zwangerschap duurt 37 tot 42 weken.
Een van de belangrijkste redenen voor het voorschrijven van weeënremmers is om de geboorte uit te stellen en de baby meer tijd te geven zich te ontwikkelen. Maar de medicijnen vertragen de bevalling gemiddeld niet meer dan een placebo, bleek uit het onderzoek.
Ook hadden baby’s van vrouwen met weeënremmers evenveel longproblemen als die van vrouwen die een placebo kregen. De onderzoekers volgden in totaal 884 kinderen, inclusief tweelingen, tot drie maanden na de geboorte.
Nooit wetenschappelijk onderbouwd
Het onderzoeksteam trekt hiermee een praktijk in twijfel die al 70 jaar gangbaar is in Nederland. “Sinds de jaren 50 worden weeënremmers gebruikt in verschillende vormen om de zwangerschapsduur met een paar dagen te verlengen”, zegt arts-onderzoeker Larissa van der Windt, die op het onderzoek promoveert. “Maar het is nog nooit op grote schaal onderzocht of deze medicatie de gezondheid van de baby bij geboorte daadwerkelijk verbetert.”
De gebruikelijke gedachte was dat als een kind langer in de baarmoeder zit, de kans op gezondheidsproblemen vermindert. Maar dat was nooit wetenschappelijk onderbouwd. “Oudere studies richtten zich vooral op het verlengen van de zwangerschapsduur, niet op de uitkomsten voor het kind”, zegt Van der Windt. Volgens de arts-onderzoeker is dit de eerste grote studie die specifiek kijkt naar wat weeënremmers opleveren voor de gezondheid van het kind.
Genoeg bewegen
Volgens hoofdonderzoeker en hoogleraar verloskunde aan het Amsterdam UMC Martijn Oudijk moet de focus bij vroeggeboorte verschuiven naar preventie. “Er is nog veel ruimte voor verbetering.” Zo raadt hij vrouwen aan om zo gezond mogelijk de zwangerschap in te gaan. “Genoeg lichaamsbeweging en niet roken spelen hierbij een belangrijke rol.”
Ook kunnen zwangere vrouwen tijdens de 20 wekenecho een inwendige echo krijgen, waarbij de arts of verloskundige de lengte van de baarmoedermond opmeet. Bij een korte baarmoedermond is de kans op een vroeggeboorte groter en kunnen vrouwen daarvoor preventief medicijnen innemen. “Dat is nog een groot aandachtspunt voor verloskundigen en artsen”, aldus Oudijk. “Die kunnen dit aanbieden, maar het is helaas nog geen standaard praktijk.”
Longrijpingsprikjes
Bij een acute vroeggeboorte geven ziekenhuizen in Nederland longrijpingsprikjes aan de moeder. Deze prikken versnellen de rijping van de longen van de baby, waardoor de kans op ademhalingsproblemen na de geboorte afneemt. “Dit is zinvol om te geven en levert werkelijk gezondheidswinst op, weten we uit eerder onderzoek”, zegt Van der Windt.
Of de resultaten ook opgaan voor vrouwen die minder dan 30 weken zwanger zijn, is niet bekend. Die groep is niet onderzocht. Artsen geven vrouwen die langer dan 34 weken zwanger zijn geen weeënremmers, omdat hun kinderen bij de geboorte minder kans hebben op complicaties.
Jaarlijks worden er in Nederland zo’n 12.000 kinderen te vroeg geboren, oftewel voordat de zwangerschap 37 weken duur. Het gaat om zo’n 7 procent van alle geboortes. Wereldwijd leidt 1 op de 10 zwangerschappen tot een vroeggeboorte.