Rusland blijft het grootste en meest directe gevaar voor de NAVO. Secretaris-generaal Rutte liet daar geen misverstand over bestaan op de persconferentie voorafgaand aan de top in Den Haag, die morgen begint.

“Mocht Rusland ons vandaag aanvallen, dan zou ons antwoord verwoestend zijn”, zei Rutte nadat hij de aanwezigen had verwelkomd “in mijn thuisstad Den Haag”. Hij benadrukte dat de NAVO-lidstaten de komende jaren enorme investeringen moeten doen om de dreigingen vanuit Rusland en China te kunnen weerstaan.

“De wereld is veranderd sinds 2014. Niet alleen viel Rusland Oekraïne binnen, ook hebben we een toename van het militaire apparaat gezien in Rusland en ook in China, tot een niveau dat we nooit eerder hebben gezien. Als het erop aankomt NAVO-lidstaten te verdedigen in het kader van artikel 5, moeten we zorgen dat we dat waar kunnen maken als dat moment zou komen. Dat we verenigd zijn, niet alleen in geest maar ook in de praktijk.”

Oekraïne

In zijn speech zei Rutte dat de NAVO Oekraïne blijft steunen in de oorlog tegen Rusland. Zijn speech duurde ongeveer tien minuten. Na zijn toespraak beantwoordde Rutte vragen van journalisten.

Hij verzekerde de pers dat er “een onomkeerbaar pad” is voor Oekraïne naar de NAVO. “Dat is de waarheid vandaag, en donderdag, na deze top, zal dat nog steeds waar zijn. Dat Zelensky niet aanwezig is bij de sessie met alle 32 NAVO-regeringsleiders ziet Rutte niet als teken dat er minder aandacht is voor Oekraïne. “Dat we de defensie-uitgaven gaan verhogen toont hoe duidelijk we hier aan zijn gecommitteerd.”

Een journalist uit Oekraïne wees op de zes doden die vannacht vielen bij een Russische droneaanval op Kyiv. Rutte zei dat dit laat zien dat het van groot belang is dat de NAVO-landen Oekraïne blijven steunen.

NAVO-bijdrage

Er kwamen ook vragen over Spanje, dat pas gisteren akkoord ging met de verhoging van de uitgaven van alle lidstaten aan defensie. Spanje kwam aan boord na de toezegging dat het land zelf mag bepalen hoeveel het gaat uitgeven om de Spaanse bijdrage aan gezamenlijk vastgestelde NAVO-doelen te behalen.

Rutte benadrukte dat hij er “absoluut van overtuigd is” dat Spanje daar net als andere landen 3,5 procent van het bbp voor zal moeten uittrekken. Daarnaast moeten de lidstaten nog 1,5 procent uittrekken voor zaken waarvan defensie profiteert, zoals cyberveiligheid en de verbetering van wegen en bruggen. Bij elkaar dus 5 procent.

Op vragen of andere landen nu ook uitzonderingen kunnen bedingen, antwoordde Rutte dat Spanje heeft toegezegd de afspraken over de verhoging van de uitgaven te tekenen en dat geen enkel land een uitzonderingspositie krijgt.

Hij noemde de nieuwe NAVO-norm van 5 procent van het bbp “een kwantumsprong die ambitieus, historisch en fundamenteel is om onze toekomst veilig te stellen”.

“Ik zal u een voorbeeld geven van waar we in zullen investeren”, hield Rutte de zaal voor. “Een vervijfvoudiging van de luchtverdedigingscapaciteit omdat we de dodelijke terreur van Rusland elke dag vanuit het luchtruim boven Oekraïne zien en we ons tegen dergelijke aanvallen moeten kunnen verdedigen.”

Iran

Rutte gaf geen concreet antwoord op een kritische opmerking van een journalist van Al Jazeera, die stelde dat Rutte “hypocriet” is door de Russen steeds als agressor in Oekraïne te benoemen, “terwijl u het Amerikaanse bombardement in Iran niet afkeurt”. In zijn algemeenheid merkte hij wel op dat “het standpunt van de NAVO over het Iraanse atoomprogramma is dat Iran geen kernwapen mag ontwikkelen”.

Er kwamen meer vragen over Iran, bijvoorbeeld of de NAVO iets gaat doen als de Straat van Hormuz wordt afgesloten voor de scheepvaart. Rutte zei dat hij als secretaris-generaal van de NAVO zich op deze top vooral op andere zaken richt. “Individuele landen kunnen u vast antwoord geven, maar ik als secretaris-generaal niet.”

China

Hij ging wel in op een vraag over de gespannen situatie tussen China en Taiwan. Juist vanwege die spanning zijn ook verschillende landen uit de Pacifische regio aanwezig in Den Haag, zei hij.

“We onderhouden een hechte relatie met die landen precies vanwege de militaire opbouw in China. Ze doen dat niet om mooie parades in Peking te houden. Er is een reden voor. Dus we kunnen niet achteroverleunen. We moeten allemaal bijdragen.”