De uitgestrekte Nederlandse kust, met onbelemmerd zicht op de duinen en het strand: veel Nederlanders zijn er trots op. Maar er zijn kapers op de kust. Ondernemers willen er hotels, restaurants en vakantieparken neerzetten. Acht jaar geleden maakten de landelijke en regionale overheid afspraken om de bebouwing aan de kust een halt toe te roepen. Dat lukt overal, behalve in Zeeland.
Begin 2017 sloten zestig bij de Nederlandse kust betrokken overheden, maatschappelijke partijen en ondernemers het Kustpact. Zij maakten zich zorgen over de toenemende bebouwing langs de stranden en wilden voorkomen dat de Nederlandse kust de Belgische achterna zou gaan. De uitbreiding van het aantal recreatieparken en horecavoorzieningen moest aan banden worden gelegd.
In oktober wordt het pact verlengd voor minimaal vijf jaar. Het Kadaster ging na in hoeverre de afspraken hebben gewerkt. Hieruit komt een gemengd beeld naar voren. Een groot deel van de Noord- en Zuid-Hollandse kust, en de kust van Zeeland, is ongerept gebleven. Maar achter de Zeeuwse kust is het aantal toeristische voorzieningen behoorlijk toegenomen.
In de hele Nederlandse kustzone zijn er in de afgelopen acht jaar 3300 vakantiehuisjes bij gekomen, waarvan ruim driekwart in Zeeland.
‘Pijplijnprojecten’
Het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening is bestuurlijk voorzitter van het Kustpact. De aangesloten provincies komen elk jaar met een Kustvisie en die is weer leidend voor de gemeenten, die hun bestemmingsplannen er op afstemmen. In Zeeland blijkt dat de bestemmingsplannen vaak ruimte laten voor uitbreiding van het toerisme. Campings worden bijvoorbeeld omgebouwd tot bungalowparken.
Volgens Dick van der Velde (VVD), gedeputeerde ruimtelijke ordening van de provincie Zeeland, is er vaak sprake van “pijplijnprojecten”. Dat zijn projecten, die al in de pijplijn zaten toen het Kustpact werd gesloten. Met het nieuwe Kustpact hoopt de provincie de nieuwbouw beter te kunnen inperken.
“Ik denk dat stoppen een stap te ver is”, zegt Van der Velde. “Klachten van inwoners moeten we op hun waarde wegen. Net zo goed als dat we de waarde van de mening van de toerist en de ondernemers moeten wegen.”
Rechtszaak
Eén van die bewoners is Gert-Jan Buth van de Natuur- en Vogelwacht Schouwen-Duiveland. Met een aantal dorpsgenoten is hij naar de rechter gestapt vanwege de bouw van een bungalowpark in zijn gemeente. “Voorheen was het een kleine jeugdcamping, maar dat is zonder enige vergunning omgevormd tot een huisjespark.” De eigenaar van het vakantiepark stelt dat er geen regels zijn overtreden.
Buth zegt dat actie van Zeeuwen nodig is om het Kustpact in ere te houden. “Anders eindig je als de Belgische kust: één bebouwde lint.” Daarnaast wijst hij op de gevolgen voor natuur en milieu. Doordat de vakantieparken worden voorzien van drainage en riolering, verdrogen de duinen en het aanliggend gebied.
Overspoeld
Martin Hendriksma, journalist en schrijver van het boek Aan Zee, volgt de ontwikkeling van de kustzone al vele jaren. Hij vreest dat de duinen en het gebied erachter stukje bij beetje hun ongerepte uitstraling kwijtraken. “Zeeuwen zijn afhankelijk van de inkomstenbron van het toerisme. Daarom bouwen ze graag vakantieparken, dat levert geld op.”
Om dat te voorkomen, moeten er wat Hendriksma betreft strengere regels in het nieuwe kustpact komen. “En veel meer aandacht voor het draagvlak van het toerisme onder inwoners. Want die hebben het gevoel dat ze overspoeld worden.”
