Een van de grootste bouwbedrijven in Nederland ziet dat banken, verzekeraars en beleggers vaker klimaateisen stellen aan nieuwe bouwprojecten. De geldschieters hebben zorgen over overstromingen en andere overlast door klimaatverandering bij de bouw van nieuwe woningen.

“Wij merken nu al dat banken vragen: op welke manier speel je in op klimaatverandering?”, zegt Onno Dwars, directeur van de ontwikkeltak van bouwbedrijf Ballast Nedam. “Als bouwers dat niet goed meenemen in hun ontwerpen, leidt dat steeds vaker tot de discussie bij geldschieters: willen we dit nog wel financieren? Die vragen spelen nu en wij verwachten dat die vragen in de toekomst alleen maar zullen toenemen.”

Vertrouwen

Ons klimaat wordt grilliger, meldde het KNMI vorige week. “Het moois dat we in Nederland gebouwd hebben, is typisch ingericht op het klimaat dat we in het verleden gewend waren. Als het klimaat verandert, moet je daar rekening mee houden”, zegt Maarten van Aalst, hoofddirecteur van meteorologisch instituut KNMI.

Van Aalst zegt dat banken en verzekeraars vaker KNMI-data opvragen en risicoberekeningen uitvoeren. “Zij willen zeker weten dat ze op de hoogte zijn van de risico’s. En uiteindelijk willen wij als Nederland natuurlijk dat we die risico’s zodanig managen dat iedereen vertrouwen blijft houden.”

Dat wordt steeds lastiger, ziet directeur Dwars van Ballast Nedam. “Buiten Nederland denken investeerders: onder NAP woningen bouwen, wat zijn ze daar aan het doen?”

Ook verzekeraars spreken buitenlandse investeerders die vaker om uitleg vragen. “Wij merken dat ze in het buitenland niet begrijpen hoe je in tijden van zeespiegelstijging onder NAP kunt bouwen”, zegt Geeke Feiter van het Verbond van Verzekeraars.

In een VN-rapportage werd zelfs de vergelijking gemaakt tussen Bangladesh en Nederland. Feiter: “Daar kunnen wij ons natuurlijk weinig bij voorstellen, want wij zijn een van de best beschermde deltaregio’s van de wereld. Maar bouwen in de uiterwaarden en buiten de dijken is in Nederland nog steeds onverzekerbaar.”

Dwars zegt dat er nu geen normen zijn waar water- en klimaatbestendige bouwprojecten aan moeten voldoen. Hij pleit voor de invoering van een klimaatlabel voor woningen, te vergelijken met het energielabel dat de energiezuinigheid aangeeft. Dwars: “Zo’n klimaatlabel kan inzichtelijk maken hoe je omgaat met droogte of piekbuien. Hoe goed zijn woningen daarop berekend?”

Regels schrappen

Als zo’n label er niet komt, zal dat uiteindelijk tot hogere kosten leiden, verwacht het bouwbedrijf. “Wij denken dat banken en financiers zich dan niet willen binden aan een project.” Omgekeerd denkt Dwars dat duurzame nieuwbouwprojecten juist korting op de financiering kunnen krijgen, zoals die nu ook geldt voor de hypotheekrente als een huis een goed energielabel heeft. “Omdat banken dan zeggen: mijn risico is kleiner.”

De verzekeraars zijn ook positief over het klimaatlabel-idee. “Een investeerder weet natuurlijk niet of er rekening met klimaatverandering wordt gehouden zolang dit niet in bouwwetgeving of een bouwbesluit zit.”

Een label zal de financiers van projecten geruststellen, zo is de hoop. “Als we niet klimaatbestendig gaan bouwen zal je zien dat het ene project toekomstbestendig is en het andere niet”, zegt Dwars. Bewoners van de minder bestendige projecten zulllen daarmee worden opgezadeld. “Die zullen hittestress hebben, wateroverlast. Laten we het voor alle projecten goed regelen.”

Minister Mona Keijzer van Wonen wil de bouw juist versnellen door regels te schrappen. Keijzer zegde onlangs wel toe de invoering van een klimaatnorm voor woningen te onderzoeken. Voor de zomer verwacht ze daarover meer te kunnen melden.