In Nieuwsuur roept burgemeester Sharon Dijksma (PvdA) het kabinet op gemeenten te hulp te schieten bij de aanpak van overlastgevende jonge asielzoekers uit Syrië. “Het kabinet wil minder asielzoekers, maar deze jongeren zijn hier, veroorzaken veel problemen en gaan voorlopig niet weg. En wij zeggen: het kabinet moet niet de burgemeesters van dit land opzadelen met de gevolgen daarvan.”
Grote steden als Groningen en Utrecht hebben veel last van overlast door jonge Syrische asielzoekers. De gemeenten willen meer hulp van van de landelijke overheid om daar wat aan te doen, meldt NRC. “Het is te vaak aan de orde”, zegt Dijksma. “Deze week waren er nog 8 tot 10 jongeren die met elkaar vochten. Een van die jongens kreeg een messteek in het gezicht, maar weigert aangifte te doen. Dat is erg lastig, en voor henzelf ook gevaarlijk.”
Utrecht is nu in gesprek met het ministerie, al is asielminister Faber (PVV) daar nog niet bij betrokken. “Er zijn middelen beschikbaar nu, maar het probleem is dat die in september ophouden. Daar wordt nu naar gekeken, maar ik vraag een extra bijdrage van het Rijk. Neem dit serieus. Aan de samenleving is beloofd dat we de consequenties van het migratiebeleid minder hard zouden voelen. Je ziet nu dat de consequenties voor gewone mensen in onze steden eerder heftiger worden. Dan gaat er denk ik iets niet goed.”
We spreken in Utrecht bij het station verschillende ondernemers. Ze vertellen verhalen over winkeldiefstal, handel in gestolen spullen en drugs, en overlast. “Ze hangen er niet een uur, maar de hele dag”, zegt iemand die bij de plaatselijke snackbar werkt. “Ze maken rommel, ze slopen het terras, ze gooien met stoelen. Het is gewoon vervelend. Ik word soms zelf bijna stoned van de wietgeur.”
De meeste jonge Syriërs die Nieuwsuur vanmiddag op het plein spreekt, zeggen dat ze naar school gaan. Ze verblijven in een azc, en sommigen bij voogdijorganisatie Nidos. Het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA) en het Nidos erkennen tegenover NRC dat er problemen zijn, maar dat het om slechts “een deel” van de groep gaat.
Asielprocedures voor Syriërs liggen sinds de val van Assad stil. “Al mijn vrienden hebben een verblijfsvergunning voor vijf jaar, behalve ik”, vertelt een van de jongeren die we vandaag spreken. Een ander zegt: “Wij kunnen in Syrië niet wonen, ons huis is kapot en we kunnen daar niet werken.”
Zwijgcultuur
“We weten akelig precies hoeveel jongeren er in onze eigen aanpak in Utrecht zitten”, zegt Dijksma. “Van de 169 zijn er 94 afkomstig uit 45 andere gemeenten in Nederland. Die hebben daar een plek in een azc, of bij een voogdijstinstelling als ze bijvoorbeeld minderjarig zijn. Maar die lokaties worden steeds groter, waardoor instellingen het zicht op die jongeren makkelijker kwijtraken. De moeder in mij zegt, je moet ’s avonds naar bed en overdag naar school. Ik vind het onbestaanbaar dat jongens van 15 die in Limburg verblijven, bij ons in Hoog Catharijne liggen te slapen.”
Waarom er zo veel jongeren in Utrecht belanden, weet de burgemeester ook niet precies. “Voor een deel is het soms zo simpel dat Utrecht het eerste echt grote station is als je van het noorden, zuiden of oosten op de trein stapt. Ze zoeken vertier, maar misschien ook mogelijkheden om winkeldiefstal te plegen en andere dingen. We zijn overigens niet de enige; Groningen, Arnhem en Nijmegen hebben vergelijkbare problemen.”
Wat het probleem alleen maar lastiger maakt, is dat veel jongeren weigeren te praten. “Dat is heel moeilijk”, aldus Dijksma. “We weten wie ze zijn, waar ze vandaan komen. Maar we merken dat een deel van deze jongeren een soort zwijgcode en zwijgcultuur heeft. Ze willen niet praten. Zelfs als ze ernstig mishandeld worden, weigeren ze categorisch om aangifte te doen. Daardoor krijgen we moeilijk grip op deze groep.”
“Het is een gebrek aan perspectief, zeker de minderjarigen hebben veel trauma’s”, zegt de burgemeester. “We hebben een persoonsgerichte aanpak, om te helpen en te begrenzen – want dat laatste is ook zeer nodig. We hebben meer boa’s en politie ingezet, en krijgen wat hulp van het Rijk. Maar we moeten het samen met de instellingen en het ministerie van Asiel en Migratie oplossen. Want op de lange termijn is dit niet vol te houden.”