Voor zo’n 180.000 middelbare scholieren zit misschien wel de belangrijkste periode van de middelbare school erop: vandaag was de laatste dag van de centrale eindexamens. Voor velen was het erop of eronder, want deze examens wegen zwaar mee in het eindcijfer. Dat moet anders, vindt scholierenorganisatie LAKS.

Het LAKS roept op om de centrale eindexamens niet voor de helft, maar voor een kwart te laten meewegen. Met de campagne Ik ben meer dan één toets stelt de organisatie dat het niet meer van deze tijd is om één toetsmoment zo bepalend te laten zijn.

“We horen schrijnende verhalen van leerlingen die slaapproblemen hebben, piekeren en met knikkende knieën de examenzaal ingaan”, zegt LAKS-voorzitter Puk Donken tegen Nieuwsuur. “Een beetje gezonde druk is goed, maar dit gaat echt over enorme stress en dat vinden we zorgelijk.”

Mentaal welzijn

In de laatste jaren van de middelbare school maken leerlingen toetsen, de zogenoemde schoolexamens, die het eindcijfer bepalen voor elk vak. Dat cijfer telt voor 50 procent mee op de eindlijst. De andere helft wordt bepaald door het centraal schriftelijk eindexamen. Faalangst, een blackout of gewoonweg een slechte dag tijdens de examenperiode kunnen dus grote gevolgen hebben.

“Leerlingen hebben echt het gevoel dat er veel van afhangt. Die druk heeft invloed op het mentale welzijn en dat mogen we als maatschappij best wat belangrijker vinden”, stelt Donken. “Wij vinden niet dat je dan watjes creëert. Het enige wat je doet, is het één wat belangrijker maken dan het ander.”

Deze eindexamenleerlingen herkennen de stress die de examens met zich meebrengen. “Je moet pieken”:

Martijn Meeter, hoogleraar onderwijswetenschappen aan de Vrije Universiteit, ziet wel wat in het voorstel van het LAKS. Ook hij ziet dat de examenperiode veel stress oplevert bij scholieren. “Leerlingen die het eigenlijk prima deden op school, doen het soms veel slechter tijdens de eindexamens. Dat is heel vervelend, want als ze zakken voelt dat alsof ze een jaar van hun leven kwijt zijn. En het is ook nog eens duur voor de maatschappij, want we betalen voor deze leerlingen nog een jaar school erbij.”

Daarnaast stelt Meeter dat de schooltoetsen leerlingen voldoende voorbereiden op het hoger onderwijs. “Als jouw schoolexamens goed zijn, heb je meestal succes op de universiteit, het hbo of het mbo. De centrale examens hebben daar veel minder invloed op.”

Niveau bepalen

Dat er wel een centraal meetmoment is, vindt Meeter logisch: “Het is heel goed dat de school gewogen wordt en dat die kan zijn: we zijn op niveau. En het zorgt ervoor dat we allemaal kunnen vertrouwen op wat er van school komt. Maar voor de leerlingen zelf is het eigenlijk niet nodig.”

Als voorbeeld noemt Meeter het onderwijssysteem in België, waar geen centrale eindexamens zijn. “Daar mag elke school zelf beslissen over de afsluiting. Vervolgens zakken een hoop leerlingen in het eerste jaar in het hoger onderwijs. Die instellingen wijten dat aan de ondermaatse voorbereiding van leerlingen op de middelbare school.”

Duitsland

Een andere mogelijkheid om leerlingen meer ademruimte te geven rondom de centrale eindexamens, ziet Meeter in het Duitse schoolsysteem. Daar zijn ook centrale eindexamens, maar leerlingen mogen alle examens die ze niet hebben gehaald mondeling herkansen. In Nederland hebben leerlingen maximaal één herkansingen. “Mondelinge examens zorgen over het algemeen voor minder stress. Leerlingen kunnen dan in dialoog en ze kunnen het nog eens uitleggen als het de eerste keer niet lukte.”