Voor verpleegkundige Sanna Elkadiri was corona de zwaarste periode uit haar leven. De ouderen die zij soms al jarenlang verzorgde, kwamen een-voor-een te overlijden. Vanuit het raam op haar afdeling op de vijfde verdieping van verpleeghuis het Wereldhuis in Boxtel, keek ze uit op een met tenten geïmproviseerd mortuarium. Lijkwagens reden af en aan. Soms wist ze niet eens meer wie er in de kist lag.

Het Wereldhuis verloor ongeveer een kwart van de 123 bewoners. Toch zeggen ze daar: ouderen lang afsluiten van hun familie was “onmenselijk”. Bij een toekomstige pandemie moet het beleid om ouderen te beschermen anders, vinden ook experts.

Tijdens het dieptepunt van de pandemie kon Nieuwsuur, met hulp van binnenuit, opnames maken in het Wereldhuis. Voor het eerst werd voor de buitenwereld zichtbaar welke stille ramp zich voltrok achter de gesloten deuren van Nederlandse verpleeghuizen.

“Niemand was hierop voorbereid, maar we moesten ermee dealen”, zegt Elkadiri. “Dat mensen overlijden hoort bij mijn werk, maar niet in deze aantallen en niet in deze vorm. Dat maakte het echt wel heel zwaar.”

Elkadiri was de eerste in Nederland die een coronavaccin kreeg:

Ook voor Jan-Kees Metz was het een van de meest ingrijpende perioden in zijn leven. Als directeur en hoofd van het crisisteam van twaalf Brabantse verpleeghuizen, waaronder het Wereldhuis, probeerde hij zijn cliënten en medewerkers zo goed mogelijk te beschermen. “Als ik daar nu weer aan terugdenk, dan valt me op hoe bizar het eigenlijk is geweest. En hoe onlogisch en onnatuurlijk sommige dingen waren.”

Naarmate de pandemie voortduurde, voelde hij ook het sentiment in de maatschappij verschuiven. Van niets anders dan lof en applaus voor de zorg naar wantrouwen en agressie. “Dat gebeurde vooral in de tweede helft van de coronapandemie. Toen hebben we maatregelen in stand gehouden ten behoeve van bescherming van onze cliënten. En dat werd niet altijd meer gesnapt door familieleden en verwanten.”

De sluiting van de verpleeghuizen was een noodmaatregel, maar wel een met diepe littekens. Ruim tien weken lang gingen de deuren van het Wereldhuis op slot. Alleen zorgpersoneel mocht nog binnen. Het enige contact tussen de hoogbejaarde, vaak dementerende ouderen in het verpleeghuis en hun familieleden, was zwaaiend door een raam. Sommige mensen herkenden hun kinderen niet meer, of stierven alleen.

Het was deze week vijf jaar geleden dat de pandemie begon. Een overzicht:

Zelf houdt Mertz gemengde gevoelens aan die periode. “Ik vond het een onmenselijke situatie om mensen zo lang weg te houden van hun familieleden, die ook geen idee hadden van wat er precies gebeurde in het verpleeghuis.” Achteraf vraagt hij zich af of er voor deze doelgroep met voldoende bewustzijn is gekozen voor het redden of verlengen van levens, boven het belang van contact met de familie.

“Je moet je voorstellen dat mensen bij ons terechtkomen in de kwetsbaarste levensfase – de laatste levensfase.” Gemiddeld wonen mensen er acht maanden tot overlijden. “Als je dan wekenlang wordt afgesloten van je kinderen en kleinkinderen, terwijl dat vreugde geeft in die periode, dan is dat wel zo’n hard gelag dat wij dat niet meer zouden doen.”