Nederland krijgt geen verplicht register voor lobbyisten. NSC-minister Judith Uitermark van Binnenlandse Zaken schrijft aan de Tweede Kamer dat ze dat “niet proportioneel” vindt en dat ze meer vertrouwen heeft in “bestaande instrumenten”.
Een lobbyregister zou duidelijk moeten maken welke bedrijven en organisaties bewindspersonen benaderen en welk beleid ze proberen te beïnvloeden. Onder het vorige kabinet sneuvelde het plan voor zo’n register ook al vanwege “moeilijke uitvoerbaarheid”.
Nieuwsuur vroeg via de Wet Open Overheid interne stukken op en daaruit blijkt dat ministers en ambtenaren weinig zien in extra transparantieregels.
Achterkamertjes
In 2022 riepen Kamerleden Laurens Dassen (Volt) en Pieter Omtzigt (NSC) het kabinet op met regels te komen voor lobbyisten. Ze wezen op de korte lijntjes die multinationals onderhouden met Den Haag; niet zelden via lobbyende oud-politici. Een brede Kamermeerderheid steunde de oproep.
De partijen willen dat ministers hun agenda-afspraken online publiceren en dat er een ‘lobbyparagraaf’ bij nieuwe wetgeving komt waarin staat welke bedrijven en organisaties inspraak hadden. Lobbyisten zouden zich moeten inschrijven in een openbaar register.
De uitdrukkelijke wens van de Kamer in 2022 was dat transparantieregels niet alleen voor bewindspersonen, maar ook voor hoge ambtenaren zouden gelden. Zij hebben geregeld contact met bedrijven en organisaties. Zo stemden topambtenaren en oliebedrijf Shell hun communicatie over het voortzetten van de gaswinning in Groningen nauwgezet met elkaar af.
‘Goed verhaal hebben’
Uit stukken die Nieuwsuur inzag, blijkt dat ambtenaren na de oproep van Dassen en Omtzigt adviseren dat de “energie” moet gaan naar bewindspersonen, niet naar ambtenaren. Ze realiseren zich dat ze daarmee tegen de wens van de Kamer ingaan. “Moeten we wel goed verhaal voor hebben”, staat in een mailverslag.
Ook vragen ambtenaren zich af of de Kamer genoegen zal nemen met een een afgezwakt pakket maatregelen. Dat is opvallend, omdat het ministerie de opdracht voor het onderzoek naar de haalbaarheid van de voorgestelde maatregelen dan nog moet geven.
Als onderzoekers van de Universiteit Leiden die onderzoeksopdracht krijgen, worden op het ministerie opnieuw vraagtekens geplaatst bij het nut van een lobbyregister. Biedt dat geen “schijnzekerheid?” “Veel” contacten van ministers en ambtenaren lopen “niet via formele kanalen”, het zijn juist informele contacten als borrels waar “zaken worden gedaan”, staat in de documenten.
En: is het kabinet “niet al een eind op dreef” met de regel dat ministers tot twee jaar na hun vertrek niet mogen lobbyen bij de eigen voormalig ministeries, plus de openbaarmaking van agenda’s van bewindspersonen?
Politieke wil
Uit onderzoek van de Open State Foundation in 2021 bleek dat de openbare agenda’s van bewindspersonen niet goed werden bijgehouden. Afspraken waar een minister wel over twitterde, ontbraken. En bij de afspraken die bewindspersonen wél noteerden, stond slechts in één van de acht gevallen zowel de gesprekspartner als het gespreksonderwerp vermeld.
Als de Leidse onderzoekers hun onderzoeksbevindingen in 2024 aanbieden, erkennen ambtenaren in mailwisselingen dat het succes van de lobbyparagrafen en verbeterde openbare agenda’s “staat of valt met de politieke wil van bewindspersonen. Tot nu toe is dat onvoldoende gelukt.”
“Uit de stukken blijkt duidelijk dat er zowel op het ministerie als bij bewindspersonen vanaf het begin weinig mensen waren die trek hadden in een lobbyregister”, zegt Serv Wiemers van Open State Foundation. “Vreemd, want genoeg landen om ons heen hebben zo’n verplicht register”, zegt Wiemers. “In Nederland heeft de gemeente Rotterdam onlangs zo’n register ingevoerd.”
Bart Vollebergh, van Transparency International zegt dat “de uitkomst dat er geen lobbyregister zou komen, vanaf het begin al vastlag”. En dat verbaast hem niks. “We voeren deze discussie nu al zeker tien jaar. Opeenvolgende regeringen hielden zich vooral bezig met vertraging, vertraging, vertraging.”
Hoogleraar Openbaar Bestuur in Leiden, Caelesta Braun, die het onderzoek naar de voorgestelde maatregelen deed, wijt dat vooral aan politieke gevoeligheid. “Meer transparantie maakt ook politiek heel kwetsbaar. Als inzichtelijk is wie er aan tafel hebben gezeten en duidelijk is welke belangen wel en niet zijn meegewogen, dan is de politieke verantwoording veel scherper.”
Braun wijst er overigens op dat Kamerleden ook regelmatig contact hebben met lobbyisten. “Wil je transparantie, dan moet je ook die contacten openbaar maken.” De Kamer debatteert woensdag over nieuwe regels voor lobbyisten.