Eén op de drie verdachten in de verhoorkamer van de politie heeft een licht verstandelijke beperking, maar dat wordt lang niet altijd herkend. Deze verdachten krijgen vaak een verhoor op dezelfde manier als andere verdachten, blijkt uit nieuw onderzoek. Het mogelijke gevolg: verklaringen die onvolledig of zelfs onjuist zijn.

“Waar ik het meest van opkeek, is hoe ontzettend lastig het is om deze groep te herkennen. Om de juiste vragen te stellen en deze mensen de kans te geven hun verhaal te doen”, zegt criminoloog Robin Kranendonk, verbonden aan het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving en de Politieacademie.

Rechtspositie

Als een verdachte informatie niet begrijpt, kan dat een onbetrouwbare verklaring tot gevolg hebben, zegt Kranendonk. “Een zaak kan er op stuklopen.” Ook kunnen er grote gevolgen zijn voor de rechtspositie van verdachten.

Naar schatting hebben 1,1 miljoen Nederlanders een licht verstandelijke beperking. Dat betekent dat ze een IQ hebben tussen de 50 en 75 en moeite hebben met sociale situaties. Deze groep is oververtegenwoordigd in de strafrechtketen, zowel als dader en als slachtoffer.

Niet iedereen met een verstandelijke beperking heeft een diagnose. Wie wel een diagnose heeft, verzwijgt dat vaak uit schaamte of angst voor stigmatisering, ziet de onderzoeker.

“Ze kunnen goed camoufleren”, zegt Anita Stigter, sociaal werker bij de Pauluskerk in Rotterdam, een inloophuis voor kwetsbare mensen. Ze ziet dagelijks hoe mensen hun beperking verhullen. “Sommige bezoekers gebruiken heel moeilijke woorden of maken ingewikkelde zinnen, anderen zijn weer streetwise, waardoor het lijkt alsof ze begrijpen wat er gebeurt.”

Kranendonk onderzocht 73 verdachten van veelvoorkomende criminaliteit. Bij bijna de helft (44 procent) vond zij aanwijzingen voor een licht verstandelijke beperking of kwetsbaarheid, maar bij slechts 4 procent was dat vooraf bekend.

Deze verdachten krijgen vaak vragen die ze niet begrijpen, weet advocaat Wikke Monster. Als voorbeeld noemt ze de vraag ‘Ben je bekend met psychische problemen?’ “Dat is eigenlijk een heel ingewikkelde vraag. Gaat het om problemen van jezelf of in het algemeen?” Beter zou zijn als verhoorders korte vragen stellen, eenvoudige taal gebruiken en rustig spreken, zegt ook Kranendonk.

Geen advocaat

Voor deze groep is juridische bijstand des te belangrijker, maar gemiddeld wijzen verdachten met een licht verstandelijke beperking een advocaat vaker af, omdat ze niet precies begrijpen wat die doet. Kranendonk: “Bij de verdachten in mijn onderzoek van wie ik zelf het vermoeden had dat ze een licht verstandelijke beperking hadden, zag ik dat bij een hoger percentage geen advocaat aanwezig was.” In verhoren waar de beperking wel bekend was, zat er bijna altijd een advocaat bij.

Mark (niet zijn echte naam) komt vaak in aanraking met de politie en schetst hoe hij de verhoren ervaart. “Ze zetten alles zo neer dat het in hun straatje past. Om mij dan af te kunnen straffen. Ze zetten me neer als boeman.”

Mark wees bijstand van een advocaat steeds af. “In mijn hoofd heb ik geen hulp nodig. Mijn verklaring moet genoeg zijn en daar hoeft geen advocaat aan te pas te komen. Als ik eenmaal vastzit, dan maakt het me allemaal niet meer uit. Ze stellen vragen en dan moet je alles weer lezen, ondertekenen, dat is het irritante eraan.”

Trainingen

Om kwetsbare verdachten beter te beschermen, bestaan er binnen de politie protocollen en een speciale opleiding. De inzet van zo’n specialist is niet verplicht en gebeurt bij de verhoren van veelvoorkomende criminaliteit, waar de licht verstandelijk beperkten in oververtegenwoordigd zijn, bijna niet.

De politie zegt herkenning van deze groep belangrijk te vinden, maar volgens Fons Sarneel, verhoorexpert bij de politie, is dat niet eenvoudig. “Je kunt in een gesprek, zeker als je mensen nog niet lang kent, bijna niet herkennen dat iemand een licht verstandelijke beperking heeft.”

“Vaak zijn mensen met een licht verstandelijke beperking behoorlijk streetwise. Zeker jongeren geven dus heel gevatte en scherpe antwoorden, waardoor je eigenlijk al snel denkt: ik heb hier gewoon iemand die goed van de tongriem is gesneden.”

Onderzoeker Kranendonk benadrukt daarom het belang van investeren in politieopleidingen en trainingen. “Dat is niet alleen in het belang van de verdachte maar ook van een rechtvaardig strafproces.”