De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) houdt zich steeds meer bezig met onderzoeken naar criminele ondermijning van de democratische rechtsstaat en houdt zich daarbij niet altijd aan de regels. Dat concluderen twee toezichthouders van de AIVD.

De Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) en de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) uiten vandaag hun zorgen aan de minister van Binnenlandse Zaken. “Door de AIVD lijken bredere activiteiten te worden ondernomen dan de activiteiten die passen onder de taakomschrijving”, schrijven ze.

Vermenging

In Nederland zijn de de politie, de FIOD, de Rijksrecherche en de Koninklijke Marechaussee verantwoordelijk voor opsporing. De AIVD is er voor inlichtingen. Die strikte scheiding is er omdat de AIVD bevoegdheden zoals afluisteren makkelijker kan inzetten, bijvoorbeeld zonder dat daar een verdenking voor nodig is.

“Door de vermenging tussen opsporing en inlichtingen komen rechtsstatelijke waarborgen ten aanzien van fundamentele rechten van burgers in het geding. Zoals het recht op een eerlijk proces en het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer”, concludeert de CTIVD.

“We zien nu dat de AIVD zich ook meer in het criminele domein gaat begeven”, zegt secretaris-directeur Kristel Koese van de CTIVD. “Dat kunnen we in sommige gevallen volgen, want als bijvoorbeeld een advocaat of journalist wordt bedreigd kan dat de nationale veiligheid raken. Maar we zien ook dat er sprake is van een glijdende schaal en dat andere criminele activiteiten onderzocht worden.” De AIVD onderzoekt dan bijvoorbeeld iemand die geen criminele activiteiten uitvoert die een bedreiging zijn voor de nationale veiligheid.

“Er worden verzoeken ingediend waarvan wij denken: dit is niet rechtmatig, dit hoort gewoon bij de politie”, zegt voorzitter Anne Mieke Zwaneveld van de TIB. De inlichtingendienst moet van tevoren bij de TIB een verzoek indienen voor het afluisteren van mensen, voor het plaatsen van camera’s of het hacken van een computer.

Recht op een eerlijk proces

De AIVD houdt zich steeds meer bezig met criminele ondermijningszaken die eigenlijk bij de politie thuishoren, zien beide toezichthouders. “Het kan daardoor voorkomen dat iemand als verdachte op een strafzitting verschijnt en dat er bevoegdheden zijn ingezet die niet kunnen worden getoetst”, legt Koese uit.

Informatie van de AIVD kan via een ambtsbericht worden gebruikt in een strafzaak. “Deze informatie kan beperkt worden getoetst. Een verdachte kan zich niet verdedigen als hij niet weet wat er in het geheim is gebeurd, dat raakt het recht op een eerlijk proces.”

Ook het verschoningsrecht komt daardoor in het geding, constateren de TIB en de CTIVD. Dat is het recht dat je hebt om op grond van een familierelatie of beroep vragen niet te beantwoorden als je jezelf daarmee kan belasten. “De AIVD heeft communicatie onderschept die onder dat verschoningsrecht viel en daar was geen toestemming voor verleend door de rechtbank”, schrijven de toezichthouders.

Kritisch meekijken

“Het is belangrijk dat de toezichthouders hun zorgen uiten”, zegt inlichtingenexpert Willemijn Aerdts van de Universiteit Leiden. Ze signaleert ook dat de inlichtingendiensten zich sinds de moord op Derk Wiersum en Peter R. de Vries meer bezighouden met criminele ondermijning. “Dan is het van belang dat dat ook gecontroleerd wordt.”

Ze wijst er wel op dat het actief zijn van zowel politie en de diensten al jaren voorkomt als het bijvoorbeeld om terrorismebestrijding gaat. “Als je zegt dat iets een gevaar is voor de nationale veiligheid, dan hoort het wel binnen de mogelijkheden die diensten hebben om breder te kijken. En dan kan het dus nodig zijn om ook personen in de gaten te houden die minder direct betrokken zijn.”

Ook de politie erkent volgens haar de noodzaak van de AIVD-onderzoeken. “De financiële belangen zijn zo groot geworden dat ze het niet meer alleen kunnen doen. Maar het is zeker belangrijk om te kijken hoe politie en diensten dit op elkaar afstemmen en dat er kritisch wordt meegekeken.”